Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]Ik ben geringer dan al deze weldadigheden, en dan al deze [15]trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt; want ik ben met mijn [16]staf over deze [17]Jordaan gegaan, en nu ben ik tot twee heiren geworden! 14. Dat is, ik ben geenszins waardig het goede, wat Gij mij vroeger gedaan hebt, ook niet datgene wat ik nu begeer, maar steun alleen op uw genade, en niet op mijn waardigheid of verdiensten. 15. Hebr. waarheid. Zie boven, hfdst.24 vs.27. 16. Versta, een wandelstaf; hiermede geeft Jakob zijn armoede te kennen. 17. Zie boven, hfdst.13 vs.10.